op de heenweg
lijk ik te verdrinken
in neerwaartse stromen
ik daal in weemoed af
om diep te zinken
en weer boven te komen
de laatste druppel
valt met onbedaarde
zwaarte in een
lentebries bij vlagen
de tijd achterna, fris herboren
als voorbije dagen
ik doorwaad poreuze aarde
tot innig hemelgloren
wat wilde ik je ook alweer vragen?