heden ontwijken seconden uit stilstand
krult de weg om zijn berm als voorwerp
grind en grijs asfalt, de luiheid van bewegen
geluid van krakend hout, een nachtuil
de volgende morgen in haastig metselwerk
getrouw als nabijheid op afstand
het dekbed van aardedonker, geschifte melk
schrapende steensplinters in ogenzeer
het gedurende van verwijlen, het midden in
onmiddelijk, de schemerhalte van verwachten
zodat al doende kunstlicht verterend
het uitzicht dooft door helder glas