ik werp een kiezel in de lucht
wijl een iedereen lacht en zingt
over ’t verlangen naar lente,
struikelende woorden ’s avonds
en de adem van ’t gras onder ons
ombladerd nog en onder sterren
zingen zij zonder gezichten
en denken de leegte in ’t duister
hun gedachten bij jonge meisjes
met roomwitte dijen en heuvels
die schokken onder hun lijven
met rondom ons afval van d’ avond
waarin wij onze hersens drenkten
met vuurwater voor mannen
en een maan die zich spiegelt in lege flessen
wijl ik een kiezel in de lucht gooi
en probeer een gat in de hemel te werpen
of misschien zelfs een ster te raken
zodat hij naar beneden valt
en elke angst verjaagt
sunset 04-09-2018