Het valt ons moeilijk om
vorm te geven bij hoge
snelheid
in het donker van halogeen
tegen halogeen, ik kan
je niet ontwaren. Hoe de zon
met ons meeliep in het water.
Een middag in augustus
in een tuin met gele
abrikozen na de regen? Men
behandelt zichzelf als een verdachte. Men verzamelt
bewijzen: een steen die geworpen is
moet vallen. Jij zegt,
het is al zo lang geleden; maar
ik sta er nog, een slagveld.
Een droevig monument. Men
reikt zijn geliefde een
beeld aan, een opvatting over
zichzelf, om te transformeren tot
zijn beeld van het beeld.
Neem me mee. Ik wankel
onder het gewicht ervan.