Ik zie in de hoogte een vogel,
hij zweeft sierlijk door de lucht,
prachtig zoals 'tie dartelt en dan
weer overgaat in een lange duikvlucht.
Komaan ik geef het een naam,
okay ik noem hem Bertus,
dat past wel bij z'n gabbertje, die
steeds maar weer duikelt lus na lus.
Kijk Bertus eens zwieren en zwaaien,
ik zie het eigenlijk een beetje met afgunst,
wie zou dat ook niet willen,
die rollende, bollende vliegkunst.
Maar wij zijn veroordeeld om met
beide benen vast op de grond te staan,
doch kijk ik naar het wereldtoneel, wel
dan hebben we het nog niet zo goed gedaan.
Daarom vraag ik me af, kijkend omhoog
naar die dartelende, zwierende gast,
zou er in hun wereld, ook
rotzooi zijn als een soort vogellast.
Wel aan die snuiter te zien,
daar hoog in dass blaue hinnein,
is er geen vuiltje aan de lucht,
alleen maar plezier en vogelgein.