Tijd is er, we kunnen niet zeggen
sinds het begin van de eeuwigheid,
het zal er net als dat dus altijd zijn geweest,
dat nemen we aan als een vaststaand feit.
Veranderen kun je het nimmer,
laat staan het negeren,
net doen of het niet bestaat,
is drastich verkeerd reageren.
We moeten er mee leren leven,
dat staat als een paal boven water,
het gold vroeger, het geldt nu,
het zal ook gelden voor later.
Ergens in ons binnenste, de tijd,
konden we het zetten, even stil,
een mooi moment vasthouden,
dat is wat een ieder wil.
Maar het luistert niet, naar niemand
doch onverdroten tikt het door,
elke seconde is er een, telkenmale,
het dendert voort op het eeuwigheidsspoor.
Letwel, er komt een moment,
wanneer een mens is heengegaan,
bij elk ander tikt het gewoon door, doch
bij de overledenen blijft het eeuwig stilstaan.