Zij stond achter de deur, gespannen
met de deegroller in haar hand gereed,
zo gauw als haar man thuiskwam,
zal geschieden enig huwelijksleed.
Daar ging de deur open, in
onvervalst dronkenmans gelal,
riep hij: hello schatt...tte boutje, wah..wat
wil jij bekok..ke..stoven met die deegroller zoal.
Wel dronkelap, jij zotte aap,
ik wilde jou toepasselijk gedag zeggen,
een paar tikken op je hoofd, je dan
voorzichtig gooiend in bed leggen.
Wel..wel, lieve vrouw en ec..chtgenote,
helaas ben ik nog niet dronken genoeg,
dus zul..len we ma..ar weer aardig worden,
dan gooi..oien we het over een andere boeg.
Wel, mannetje lief, hoe je het ook bekijkt,
je bent en blijft een idioot,
het duurt niet lang meer, dan
eindig je toch wel in een of andere goot.
Ha..ha, lul jij maar raak, hier staat voor je
misschien wel een dronken man,
dat is morgen over, doch die lelijke kop van jouw,
daar kijk je morgen in de spiegel weer tegen an.
Weet je, mannetje zuip, als jij meedeed,
aan het wereldkampioenschap domste figuur,
jij was de enige deelnemr, dan
eindigde je als tweede in dat partuur.
Als tweede,ho..hoe kan dat nou, als
ik als enige deelnemer mee zou doen,
lieve schat, hiermee is bewezen dat
jij wel degelijkbent, de grootste oen.