Ik dans als een vogel,
mijn armen zijn vleugels
en zijn vleugels zijn
mijn armen.
Ik zing als een nachtegaal,
mijn stem is zijn bek
en zijn bek
is mijn stem.
Ik zweef als een vleermuis,
zijn poten zijn
mijn voeten
en mijn voeten zijn
zijn poten.
Ik praat als een musje
ik tsjirp en tsjirp,
zijn bek is mijn adem
en mijn adem
is zijn bek
Ik geniet van het leven
als een vogel in een kooi,
vrij om te weten dat ik
op een dag
mijn vleugels mag uitslaan
in de wereld van het dansen..
In de wereld van adem, muziek en geschetter.
In een andere dans van vandaag.