Er gaat geen dag voorbij
waarop hij niet aan haar moet denken
Zo mooi, zo anders zij, was zij
haar liefde zou hem nader wenken
Zijn ziel zijn zaligheid
verkocht hij voor haar grillen
de liefde taande met de tijd
omdat zij steeds weer meer zou willen
En op een dag was het genoeg
hij lokte haar naar buiten
hij gaf haar niet wat zij hem vroeg
deze verbintenis moest hij besluiten
Maar af en toe zoekt zij hem op
al in zijn stoutste dromen
da’s niet heel erg, dat is geen strop
waar hij niet uit kan komen