De avond kwam en de houtskool
werd ontstoken en met een stuk
karton het vuur aangeblazen
Op de roosters lamsvlees gelegd
dichtgeschroeid en omgedraaid
er hing een geur van ketjap
Om het vuur werd naar elkaar
en naar een mot gekeken, die
in een flits van licht verdween
Ook deze ruimte is onderdeel
van een uitdijend heelal,waarin
jij en ik in cirkels bewegen en jij mij
onbegrijpelijk 'heerlijk gebakkie' noemt
Ik stel me voor dat het voelbare model
van het universum op een roomsoes lijkt
Je bijt erin en voelt de slagroom schuiven
wij houden ons liefdevol vast aan elkaar