Ween de belofte uit jouw smachten,
en wacht tot ik een nieuwe maak.
Ik schrijf ze wel in de plooien van uw gedachten.
Daar waar de ziel overgaat in hoop en dromen
zal ik bidden voor wat verdween uit het triestige gelaat.
Doch ondanks dat de gebeden mij verslonden,
was ik vaak alleen.
En ik werd misschien dan wel gewassen van mijn zonden,
maar de zoete smaken van jouw lippen
deden in mij de zondaar opnieuw ontwaken.
Hoe ik je me herinner,
als een engel achter een masker van spiegelglas,
een eenzame witte naam
op het uiteinde van een bloemstengel.
Een bladzijde uit een gekweld geweten,
voor iedereen verborgen,
maar door mij nooit of te nimmer vergeten...
esteban 26/12/2018