Bang...
Met ontblote kuiten en een natte zakdoek
strompelen we, verkennen we
richten we onze blik naar het zachte zuiden.
Is de nacht nu dag geworden of schijnt de maan
als nooit tevoren. We zullen het nooit weten.
De autolichten verblinden en wij worden
vastgezet tegen de hoge bergwand.
Een schreeuw later vervolgen we onze weg,
de schrik op onze rug vastgebonden.
Ons einddoel gloort ergens in het donker.
Decennia lang lopen we al verloren
maar de kracht van samenhorigheid
stuurt ons telkens in een andere richting.
Traag verloopt de tijd en de atlas
brandt gaten in onze werkelijkheid.
Gesterkt door de gedachte aan een warm bed
slaan we een opening in het duister.
Mijn god, niemand hier te zien, niemand luistert.
De angst voor het onbekende ruikt naar verval
en zweterige schuldgevoelens, maar waar is het einde?
Is dit nog nodig, vragen wij ons soms wel af…
esteban 22/02/2019