Je vroeg me
waar ik mijn inspiratie vind.
Mijn ogen zijn
mijn cameramannen;
Ze nemen
de beelden op.
Mijn oren zijn
mijn geluidsmensen
Ze tapen
het geluid op.
Mijn hersenen zijn
mijn regiekamers.
Waar het gedicht
een vorm krijjgt.
Mijn mond is
de reclame.
Die het gedicht
promoot.
De lezers zijn
het publiek
die de luisteraars
aan sporen om
me verder te laten schrijven.
Auteur: Bert Lagom | ||
Gecontroleerd door: Bert Lagom | ||
Gepubliceerd op: 01 maart 2019 | ||
Thema's: |