waarom zocht je de maagdelijkheid
van onbetreden terrein
als nachtblinde vogel in gekooid
niemandsland, met zeewater reikend
tot grijze horizon, echo’s langs
doofstomme gewelven
gelijkend op avondstilte, op aankomst
in marmeren afwezigheid
gevuld met bomenschemer en
bladerloze beenderen?