Wind.
Harde wind waait
over land en water
witte schuimspatten slaan tegen boeg en ka
belemmert zelfs het
pontveer om te varen
rug gebogen waar ik in haar krachten sta.
’t Belemmert het verkeer
fietsers worden omgeblazen
loodsen staken , schepen wachtend op de ree
blad en plastic vliegt
door de straten
de oudjes toeven rustig op hun stee.
Hoe kan de ene dag
verschillen tot de ander
gisteren het tere bloesem lonkend in de zon
nu in de stormwind
afgerukte takken
als een verslagen lente bron.
Vlaggen op de
boulevard hier
wapperen gescheurd in ’t hoge piepen
van de touwen
tegen de stalen mast
alsof zij om genade riepen.
Binnenvaart schip
in dit geweld gezonken
één man gered , de ander wordt vermist
wat binnen is
aan schepen
Wacht tot deze kracht is uit gewist.
th