Je zit voorovergebogen,
handen grijpen gefrustreerd in je haar.
De onrust en angst te zien in je ogen,
uit zich in eindeloze malingen.
Het grond is vertrapt, de cirkels zijn vervaagt,
maar je bent het kwijt.
Vragende ogen gevuld met tranen,
je kijkt me hulpeloos aan.
Ik voel me ontzettend machteloos..
kan je niet helpen.
Een oneerlijk gevecht,
het bijt zich steeds meer vast.
Opeens sta je op,
gefrustreerd zoek en zoek je.
Bijna agressief trek je laden en kasten open,
boos op jezelf, teleurgesteld in jezelf.
Ik bekijk je van een afstand,
loop naar je toe en probeer je te kalmeren.
Triest kijk je me aan,
de onrust veranderd in verloren.
Je gaat zitten en laat je schouders hangen,
geeft aan een spuitje te willen.
Het raakt me en ik ga in verweer,
maar ik begrijp je wel.
Is het egoïstisch om je bij me te willen houden?
is het eerlijk om tegen je te zeggen; kom op?
Het voelt allemaal zo machteloos.