zoet de lucht en geur-bezwangerd
hoor je nu reeds onder twijgen
een tomeloos gezoem
dansend door de bonte bloesems
schenken zij ons eeuwigheden
in terugkeer van de lente
en wij vinden ons in weiden
lachend ademend en blij
denkend aan de kindertijden
hoe wij vlinderend in vrijheid
- soms reeds naakt -
door het leven dartelden