Terwijl de regen op de ramen tikt
lopen tranen over mijn wangen.
Mijn lichaam doet pijn
mijn hart als verscheurd.
Ik ben zo moe .
Voel me zo klein
en voel die pijnlijke wonden
die al de voorbije jaren hebben achtergelaten.
Mijn lichaam zegt neen
mijn verstand zegt ga door.
Ik kan even niet meer.
laat mijn tranen de vrije loop.
Duister, twijfel, schaamte, schuldgevoel,
leegte vergezellen me.
Terwijl ik in de spiegel kijk
denk ik aan die ene droom.
Van dat kleine vrolijke meisje,
haar haren wapperen door de wind.
geen zorgen aan haar hoofd
Klein en nog zo gewoon
dat nog in wonderen geloofd.
Zalig zou het zijn.
Alles eventjes te kunnen vergeten
Niet in stukken te hoeven leven
maar in één geheel.
De zonnestralen te voelen
genietend van het leven.