Gelijk de rozen nog gesloten
tegen de kou van de nacht
Dromen voorzichtig bewegend
in hun passende dozen gezet
Zij kijken naar mij met
grote, ronde, sensuele ogen
als kortgerokte dames uit
een Japanse manga-strip
In de tuin loert en sluipt
een kat, meedogenloos
zingt een merel een lied
over het geheim van de roos