Alleen jij biedt mij jouw handen.
wanneer ik bang ben in het donker
van de nacht. Jij biedt ze mij bij
mijn erkenning, dat jij mijn verrassing
bent waarop ik zolang heb gewacht.
Alleen jij speelt met mijn huid,
wanneer wij intiem samen zijn.
Zachtjes streel jij oude wonden
en zalf jij met de zoetheid van
het gelukkig zijn.
Alleen als ik zin heb om te huilen
en de hele wereld mij te nauw omsluit;
breng jij barmhartigheid met jouw omarming
en haal jij mij de diepste diepte uit.
Want als de duisternis terugkeert
en mij inpakt in haar nevel van kou;
kijk ik naar binnen naar mijn dromen
en zijn mijn gedachten alleen voor jou
De belofte van jouw handen brengen
blijdschap in mijn bestaan; brengen
van buiten terug naar binnen, wat warmte
waarop ik verder zal kunnen gaan.