In de angst voor het verlaten,
Ligt de grond waar op wij zaten.
Samen, toch alleen met het gevoel.
Wat een gekke boel.
Jij bang dat ik je vergeet,
Ik wachtend op een pijnkreet.
De pijnkreet van de ander,
Voor het niet vinden van een medestander.
We verliezen elkaar in de angst,
Niet in staat om te kijken naar de vangst.
Verblind door paniek,
Dit is uniek.
Weet dat ik je zie,
Luister naar je poëzie.
Wanneer je afdwaalt,
Dat je niet hebt gefaald.
In het zoeken en dwalen,
Luister ik naar je verhalen.
Zal ik je aanhalen met je winterkwalen,
Samen wachten we op de eerste zonnestralen.
Hoop dat de angst verwatert,
Door gelach en geschater.
Niet alleen, toch samen met het gevoel.
Wat een gekke boel.