Als koning worden gehoord,
Maar door een kogel doorboord.
Zat te dealen onder de brug,
Leven verloren door een thug,
En Opgeraapt door de mug.
stond bovenaan de lijst.
Bij de vinger verwijst,
En In zijn ondergang verblijft.
Iemand met veel schulden,
Die de kas niet meer vulde.
Hij had kogels in de zij,
En messteken in de dij.
Het ging om een paar honderd euro schuld,
Maar zijn leven stond op een eindpunt.
Een rit waar geen spoor of weg liep,
Een oog dat niet meer sliep.
Maar nu zijn de ogen,
voor altijd gesloten.
en is zijn ondergrond, een kist.
Die uit het licht is vermist,
En door mensen gedist.