In het nieuwe jaar is alles mogelijk,
zei tot mij de niet zo transparante almanak
maar reeds doorheen dit oude jaar
sprak de glasheldere waarheid.
Als de minste van de minsten
keek ik verstolen op naar u,
onbereikbaar hoog verheven,
uw blik fier recht vooruit.
Ik zag de zolen van uw voeten
door het dikke glazen plafond,
ze stonden fijn en fier
afgetekend op mijn netvlies.
Ik zag uw nagels over uw tenen
uitsteken als u voorwaarts liep,
de randen van onder rood gelakt -
u wilde zelfs door mij worden gezien.
Mijn verstolen blik raakte de uwe:
uw goddelijke jeugd, u terecht vergund,
uw magische glimlach, vereeuwigd
in de herinnering van een oude man.