De zaal is koud en ik kom van buiten
gezicht straalt bekende warmte uit
een glimlach die in de ogen begint
vingers, die in mijn nek strelen
Ik klop haar op haar rug en wrijf
zorgen en kou uit gedeelde lucht
vind een stoel, hou mijn jas aan
binnen is toch beter dan buiten