Net voor het instappen
zie ik alleen maar jouw gezicht
in de massa van mensen,
waarin iedereen verdwaalt
woorden verliezen hun kracht
in de dichtslaande deuren
wanhopig kijk ik door het raam
waar de regen voorzichtig tegen tikt
op weg naar het onbekende
vanaf een wegstervend perron
naar een vreemde wereld misschien
zo klein, in de trein naar het noorden
in slaap vallend op weg naar een leven
dat langzaam van de grond komt
gedachten bereiken elkaar niet
woorden zwijgen –
verstillen nauwelijks mijn angsten
terwijl het nieuwe begin al rijdend ontstaat