De vloed sloeg een bres in mijn wering van benard zand,
steen en vreugdevlees. Je droomde mijn eiland in de dag.
Nu ik wakker ben moet ik het kustwater doorwaden. Zonder
aanraking en zonder oogcontact met de golven, enkelvoudig
bij windvlagen die mij in hun zeilen meevoeren. Kan ik mijn
bakens nog verzetten? De zee is meer verlaten dan het vasteland.
Ik wilde opdrogen maar ben doorweekt.