Onrustig en blootsvoets dwaalt zij
door het dodenrijk over ’n roodzwart
kolentapijt, zij is door Lucifer naar
hier gelokt, op Aarde heeft zij met
vuur gespeeld, de oude slang heeft
haar immers om de tuin geleid.
En nu is haar laatste uur geslagen want
aan de rand van deze vulkaan hebben
saters haar gadegeslagen, het dondert
en bliksemt plots, de 666-tattoo wordt
in haar roetzwarte schedel geslagen.
Knarsetandend sterft haar ziel nu in de
vlammen en dat... is een perfecte deal!
Ze had maar beter moeten weten, haar
slechte geweten meer laten spreken.
Ja, ze heeft ons kaal geplukt met haar
gulzige sprinkhanenplagen, maar hoor
haar nu jammeren en weeklagen want
straks wordt haar stoffelijk overschot
met 'n oude kruiwagen weggedragen!
En op smalle wegen, let ik op elk verbodsbord
terwijl ik rijd met haar lichtblauwe sportwagen!