ik zoek niet naar geluk
want lippen rood als kersen
licthjes vochtig opgedut
neergepend in dromerige versen
til mij dan maar uit de put
en ga ik langzaam stuk
maar als jij je langzaam terugwendt
en de meters tussen ons in verdwijnen
zie je jouw lippen
matjes in mijn ogen schijnen