Het is half 6 in de ochtend,
Ik zie je opstaan uit ons bed,
Waterkraan gaat lopen en jij kleedt je rustig aan,
En ik lig met mijn ogen open in het donker,
Ik weet dat dit de laatste keer is dat ik je zie,
De laatste keer dat ik je de trap hoor aflopen.
Gisteren zag ik een blik in je ogen,
Een blik die ik nooit meer vergeet,
Van achteren in mijn rug,
Een gevoel van vernedering en het laatst afgebrokkelde stukje van mezelf,
Ze zeggen dat tijd alle wonden heelt,
Maar dit zal mij voor altijd tekenen.
Ik wist dat ik moest vluchten,
Voor al de ik haat jou's,
Voor al de je bent niks waards,
Voor al de je kunt dood vallen,
Maar vertel mij wat ik anders had moeten doen,
Vertel mij hoe ik meer van mezelf had moeten geven en van je had moeten houden.
Het was nooit het goede moment om je een knuffel te geven,
Nooit het goede moment om afscheid te nemen en ik had geen keuzes meer,
Dan op deze manier vol liefde onze katten voor de laatste keer te kunnen knuffelen,
Weet dat ze naar me keken toen ik de deur dicht trok en bij me waren,
Weet dat ik heb gehuild toen ik jouw stad zag verdwijnen.
Ik probeer mijn leven op te pakken,
Al ziet het er voor jou anders uit,
Ik hoop dat je ook maar iets voelt van wat ik moet doorstaan,
Dat ik elke dag over mijn schouders kijk,
Of je auto niet op de parkeerplaats staat,
En weet dat mijn maskers af zijn gevallen,
En dat ik dit nooit vergeten ga.