Ik ben slechts van eenvoudig makelij
Gewoon volk zoals ik is nooit echt vrij
Terwijl de hoge heren en dames - beslissen
En wij ons in hun vaarwater gissen
Eenvoudig en eervol, wij samen in ons huis
Vier kinders en een haardvuur- dat was ons thuis
Gemaakt van steen en leem, en een dak van stro
We kregen nooit wat cadeau
Wij werkten keihard voor iedere hap eten
Die we moesten verdienen, kon ik maar vergeten
Het staat in mijn ziel gegrift,
En het slijt niet met de jaren.
Hoe gelukkig hij en ik waren
Toen die vermaledijde oorlog, strijd om niets
Ik ben nu een oude vrouw, kromgetrokken door de tijd
Mijn man hebben ze genomen voor hun godenstrijd
Waarom? Waarom hem? Wij hebben niets van doen
Met mensen zonder fatsoen
Ik heb mijn leven lang geleden
En om het welvaren van zijn vermoorde ziel gebeden