Zachte klanken verdrijven de stilte,
die de nacht met zich meebrengt.
In een nieuw huisje, een nieuw tijdperk,
waar zelfs jij nog nooit geweest bent.
Ik zie de muren van de kamer,
ooit eens donker, nu zo licht.
En de weg naar huis weet ik nog niet,
de weg naar vroeger met mijn ogen dicht.
Ik hoor de wind over de daken,
hoor het gefluister van je stem.
Het voelt vertrouwd en zo angstig,
Te weten dat ik hier alleen ben.
En de spiegels zijn nog heel hier,
niet gebroken, er is geen verdriet.
Er heerst een kalme, stille stilte,
maar gespannen voelt het niet.
Een ander nummer op de telefoon,
en nieuw wit streepjes behang.
Maar wat als jij me nu zo ver weg,
helemaal niet vinden kan?