Zo onverwacht, als de maan op klaarlichte dag,
Slaat de liefde toe.
Het overrompelt je, overweldigd je,
En je weet niet goed wat te doen.
Probeert je ertegen te verzetten,
het gevoel te negeren, maar je weet,
er is geen houden aan. Je beleeft het
leven anders, bent in een gelukzalige roes.
Je wereld is van nuances van grijs, naar
helder gekleurd gegaan.
Je beleeft alles veel intenser, dan dat je
normaal gesproken doet. Bij elk ding dat je doet,
bij alles wat je onderneemt, is degene op wie je
verliefd bent aanwezig in je achterhoofd. Mensen
vragen je; waar zit je met je gedachten? Je zegt
niets en je lacht maar een beetje. Niet iedereen
hoeft alles te weten toch?
Het is allemaal nog zo pril. Dat het wederzijds is,
is zeker, maar je bent voorzichtig, hebt van eerdere
relaties geleerd. Maar als je samen met hem bent, en
elkaar in de ogen kijkt, dan zijn jullie allebei de weg
heel even kwijt. Elkaar aankijken is intiemer dan de meest
innige kus, je voelt een vonk overspringen. Je kunt jezelf
verliezen, door alleen al te kijken naar elkaar.
En je wilt ook dat het altijd zo blijven zal.
Dat je samen oud wordt, en in stilte nog steeds
verliefd. Je weet het van elkaar, woorden zijn overbodig.
Ja, dat zou zoiets moois zijn. Beiden in de herfst van het
leven, je vond elkaar, terwijl je er totaal niet op rekende,
maar dat is het mooie van liefde, het overkomt je, maar je
bent nooit echt voorbereid, maar het is toch het mooiste in
een mensenleven, maakt je leven zo de moeite waard. je hebt
elkaar en leeft in de zekerheid dat deze liefde puur is en echt, elkaar aankijkend weten jullie het allebei, je wilt elkaar nooit meer kwijt.