Ik ben een eenzame reiger
en leef aan de waterkant
ik vis naar wat ik kan krijgen
desnooods eet ik uit ik uit uw hand
Ik ben een blauwe reiger
en verschuil me in het riet
ik kijk heel die in het water
maar veel blauw zie ik niet
laatst had ik per ongeluk
een piepkuiken in mijn bek
dat werd me niet in dank afgenomen
nu vis ik op een andere plek
ik ben niet moeders mooiste
ik lijk niet op een flamingo of pelikaan
ze noemen mij Langpoot, soms ook Ad
maar mijn echte naam is Adriaan
Ik ben een zwijgzame reiger
en leef aan de waterkant
ik vis naar wat ik kan krijgen
desnoods eet ik uit uw hand.