Ik kom bij je snoezen,
Als we samen in een droom
kunnen cruisen.
Hier gebruik ik geen smoezen.
We weten wat we in elkaar zien,
Ogen dat kruisen
en elkaar overal weerzien.
Alles heeft zijn waarde in getallen,
Maar jij bent het hoogste
Dat nog naar beneden moet vallen,
En in mijn hart mag belanden.
Je bent nog de onuitgesproken waarde,
Dat nooit eerder is gezien op deze aarde.
Je zal uiteindelijk bloeien
Tot je als grootste zal uitgroeien.
Ik zal je eren,
Van je grootheid leren
En met je verkeren.
Ik zie je,
Je bent mijn spiegel,
mijn innerlijke venster,
Mijn buiten beoogde ruit,
Die ik open,
En in mijn hart sluit.
Je bent wat mijn wekker luid,
De ochtend
Dat Dichtkruipt
In mijn huid,
En binnen sluipt.