Als de sterren aan de hemel staan,
met een halfvolle maan, en de zee is uitgeraasd,
na een lange stormachtige dag. Dan zal de vrede heersen.
Na zo'n onstuimige dag.
Inktzwart is de nacht, maar de sterren die fonkelen.
Bijna sterker nog, dan de halve maan.
Ze tellen is onbegonnen werk.
En dat doe je dan ook maar niet.
De onmetelijkheid strekt zich uit.
Tot aan de horizon,in de verte ontwaar je de contouren
van een klein scheepje, tot zover als je kijken kan.
Het wordt ochtend, en de sterren verbleken, om plaats
te maken voor de grijsblauwe lucht, en de ochtendnevel
die als een waas over de zee hangt.
Als de nevel is weggetrokken, een blauwe lucht met witte schapenwolkjes, het zijn net donsvlokken in de lucht,
Het beloofd een mooie dag te worden.
Een rustig kabbelend water,
met het ritme van de natuur,
Het klinkt als muziek in je oren.
Het zachte ruisen dat je hoort, zo
is het en zo zal het blijven. De zee
heeft zijn eigen sound.
Niet na te bootsen, je moet het ervaren,
erbij zijn, dan weet je wat ik bedoel.
Het ritme blijft hoe dan ook, als je er een oor voor hebt.
Of je ervaart het anders,het is zoals je de zee ziet,meer
is er niet van te maken, heb je dat niet, dan kan je evengoed genieten, ga je mee, de volgende keer, naar de zee?