Spanning stroomt in mijn lijf.
Het geraakt er niet uit.
Ik weet met mezelf geen blijf.
Mijn binnenste schreeuwt heel luid.
Ratelend tikken mijn vingers op het klavier.
Maar ze kunnen niet zeggen wat ik voel.
Deze emoties krijg ik niet op papier.
Mijn hoofd is een warboel.
Waar moet ik beginnen?
Hoe moet ik dit gezegd krijgen?
Ik ben helemaal zonder zinnen.
De emoties beginnen te hoog te stijgen.
Ik barst en ik beef.
Waar ga ik naartoe?
Ik weet niet waarom ik leef.
Ik ben zo moe.
---
Dit is oprecht.
Ik heb het van me afgeschreven.
Het is echt:
Ik mis een doel in mijn leven.
---
Het schrijven heeft me goed gedaan.
Al was het maar even.
Ik zie weer waar ik voor moet gaan.
Ik ga terug leren leven.
Een reden om te bestaan.
Dat kan zoveel zijn.
Ik kan voor zoveel doelen gaan.
Is niet groot, soms is het klein.
Ik weet dat ik moet schrijven.
Ik vind mijn weg met zinnen.
Deze onrust zal niet eeuwig blijven.
Ik kan altijd opnieuw beginnen.