Er staat een grafsteen naast die van mijn vader
met daarop een onherkenbaar gezicht
ik wandel en ontsteek het licht
jaren geleden kwamen ze eens nader
hij staat in een verwilderde tuin
waar kraaien zaadjes pikken
een aantal kinderen het vertikken
om tevoorschijn te komen uit het puin
over storm en regen had hij verhalen
het kalken er op van een hakenkruis
ik ging weg en verwijderde het gruis
eens zal ik hem van deze plek ophalen