Op ’t natte zand…
Fouten begaan, ongestelde vragen,
altijd verdoken in lengte van dagen.
Nu breek ik spiegels, verberg het kijken,
leg mijn leven in jouw handen.
Zal als zondaar mijn bestemming bereiken.
De dag ik treur, het lot gehoorzaamt.
In mijn mislukking de dagelijkse sleur.
Achter de schaduw de boodschap,
iets dat mij niet als de waarheid is bijgebleven.
Het daglicht, het daglicht, het goddeloze leven.
Onverzadigd, gelijk de zee die zo bitter is,
op ’t natte zand, niets is wat het lijkt.
Twee leugens hand in hand, het gemis.
Onecht is dit bestaan dat niet veel verder reikt.
Zo haalt elke stap ons samen onderuit.
De zon is weg, de leegheid van het klagen,
mijn eigen lelijkheid is pure ironie.
In mijn voetsporen de paradox van het samen zijn,
het verdriet bepaalt om wel of niet te slagen.
Zo spuwen we de aanwezigheid vol in het gezicht…
esteban 9 oktober 2020