‘s Avonds was alles nog koek en ei.
Ze legde zich te rusten.
Vredig vertelden we onze laatste geheimen
en gaven elkaar een ultieme nachtzoen.
Plots en onverwacht liep dat enge geluid
in mijn oren, om zich te nestelen in mijn geheugen.
Als een hazewind liep ik naar het bedstee.
En hielp haar weer rustig te ademen.
Eventjes was ik gerust en keek ze me aan
met haar liefdevolle ogen.
"Ik hou van je" fluisterde ze me nog.
Maar haar ogen werden dof.
De paniek nam beslag op mij.
Ik probeerde tegen de tijd te vechten.
Machteloos voelde ik,
hoe het leven uit haar vloeide.
De ziekenwagen kwam snel
en de verpleegster leidde me weg
van de kamer waar ze hulpeloos lag,
mij met de moed der wanhoop achter gelaten.
Na tien eindeloze dagen rinkelde de telefoon
een koele zielloze stem aan de andere kant.
Gaf me het bericht:
"Meneer, uw vrouw is overleden"
Elke dag hoor ik haar lieve stem,
de laatste woorden zeggen:
"Liefste ik hou van jou."
En vraag ik me af: "Waarom toch?"
Maar eenzaam wacht ik nog steeds
op de persoon van wie wordt gezegd
dat hij het antwoord weet.
Maar tevergeefs