Mensen die hielpen, gaf dat je nu dat krachtige?
Zoek hulp, en schuil niet onder mijn vleugels.
Als ik weg zou vliegen kan ik je niet dragen, de last
is te zwaar.
Ik kan je niet meesleuren de hoogte in, die kracht heb
ik niet. Ik zou halverwege uitgeput raken, om met je te
vliegen, zo zullen wij allebei falen, jij en ik, vliegend
tegen een muur van onbegrip.
We zullen ter aarde storten, jij en ik, vliegend tegen een muur van onbegrip, allebei gebroken, een zinloze en doelloze
tocht,ik hervind mijn kracht en vlieg omhoog naar de rand van de muur, en zal op een dag de kracht weer hervinden.
Zo sterk als een grote albatros, die alleen de wind onder haar vleugels zal hebben, genoeg om haar te dragen.
Ze redt het met haar uithoudingsvermogen tot ze weer op
een plek beland waar ze moet zijn, tussen naar soortgenoten.
Ze vliegt en haar last is ze nu kwijt ze weet waar ze landen moet, tussen haar soortgenoten. Daar waar ze zich goed voelt.
Dat is waar ze moet blijven, wat er hierna komt is onbekend,
een sterke albatros, door het leven niet verwend.