In de vlindertuin viel mijn wanhoop fladderend in puin
Jarenlange erotische extase was onvindbaar als de verste oase
Mijn beginnende kruin leek een eeuwige kaalslag van mijn duin
Vrouwen verbazen mijn vastgeroeste gewoontes die nooit weg razen
Maandenlang vol heimwee naar Esmee en Desiree vanuit het helmgras starend naar de zee
Golven van geluk? Mijn rammelend krediet bij vrouwen klotst uiteindelijk stuk
Slee op glad ijs voor Carry's karretjes gespannen, zat me nooit mee
Geruk aan grijze haren, verruiging van het allesbehalve sexy juk
Gaf hoop op lentekriebels op, verkaste mijn liefde naar de vlinderbiotoop
Vlinders in de buik zijn onzichtbaar maar echte zijn altijd puik
Stroop mijn vervlogen verwachtingen als ontpopte rups, laat het op z'n beloop
Achter elke struik in de vlindertuin zag ik tot eergisteren maandenlang alleen kale mannen met pruik
Koolwitjes hebben zeer korte levens, nog korter dan mijn kortste liefdesritje
Ja, tijd vliegt, alle kanten op, lijkt of timing van liefde liegt
Elk klitje in mijn kinderlijk verwarde haar brengt me eenzamer in een denkbeeldig kinderzitje
Geen smiecht van een vrouw, rupsje nooit genoeg dat ze voorgoed opvliegt
Kleine vos, zo teer, teder en tikkelend, mijn liefde is eindelijk niet meer de klos
Uiltje dat een gaatje in mijn trui bij mijn hart hapte, schrok me geen tepelvormig builtje
Een vlinderlanding, blos op mijn wang, mijn liefde brak weer los
Traantje bij een zonderling zuiltje, graaf met eindeloze liefde voor elke gestorven vlinder een kuiltje.