Elke dag doe je alles wat je had afgesproken
Je stelt niemand teleur door te blijven grijnzen
Toch heb ik als je geliefde altijd onraad geroken
Achter je trouwe, vriendelijke houding blijf je peinzen
Als je je kantoor uitstapt na vijven knikt je hoofd
Als je in de bus naar huis stapt zakt je gezicht
Maar in de bus snikken is nog niet wat je gelooft
Stap je de bus uit dan voel je je van vele meekijkende ogen verlicht
Op ons woonerf zeg je gedag tegen ieder met verlaagde toon
Soms begin je er een gesprekje waarin je woorden half inslikt
Aan niemand durf je je nare gevoelens te tonen, bang voor hoon
Zelfs als ik opendoe zie ik dat je tranen nog niet zijn verdikt
Eenmaal binnen kook je de sterren van de hemel met koude handen
In de keuken verdampen je opwellende tranen boven de pannen
Als we aan tafel gaan zie ik je diepe verdriet langzaam landen
Wil het liefst mijn eigen zorgen bij je kwijt maar weet me te vermannen
Slikt je trauma's weg met je heerlijkste sauzen die je leed bedelven
Pas tijdens ons toetje pinkt je je eerste traan weg in je slagroom
Dan stort je wereld in, bouw je geen muur meer om je eenzame gewelven
'Lieverd, je diepste eenzaamheid verlichten door een en al oor voor je te zijn, dat is mijn trouwste droom!'
Je stort dan onbedaarlijk jankend in mijn armen en je stortvloed van duizenden woorden van leed vervormen
'Je bent liever dan ooit maar ik kan maar een deel van mijn ware verdriet kwijt met woorden', zeg je ontwapenend
Vrienden en familie vinden je gevoelsleven onbegrijpelijk stinken, draaien om de hete brij heen als blinde wormen
'Ik zal altijd een lichtpuntje zijn in je wereld vol eenzaamheid, al blijft mijn liefste begrip haperend!'