Ik vond de brief tussen oude spullen,
door de tijd al iets vergeeld.
Een brief van mijn vader begreep ik al gauw
toen ik hem in mijn handen nam.
Vader die ik zo miste, in zware tijden,
foto’s van hem gaven mij een beeld.
Hij stierf al in mijn kinderjaren
voordat mijn eerste herinnering kwam.
Oma vertelde mij veel over vader,
als kind was hij al vaak bij de sloot.
En op foto’s toen al volwassen,
zag ik hem vaak bij zee op het strand.
In de salon bij oma hing zijn portret,
in uniform met pet, ernstig en groot.
Als zoon lijk ik maar weinig op hem,
in de familie lijk ik op niemand.
.
Het handschrift was wat ouderwets,
in een heel andere tijd geschreven.
Mij trof de hartelijkheid in de brief, maar
zijn vragen over mij troffen mij het meest.
Hoe anders zou mijn leven gelopen zijn
als hij langer was blijven leven.
Steun in de zware tijd die nog zou komen,
zou hij als vader vast aardig zijn geweest.