Op Oostendse pleinen…
Op Oostendse pleinen
waar de onverschilligheid welig tierde,
verloor ik mezelf in menige strijd.
Gevochten in haar straten tegen alcohol
en losbandigheid ten koste van de liefde,
de vriendschap en al diegenen die mij steeds
meewarig bekeken tot mijn grote haat en spijt.
Ik bekampte het leven
in twaalf verschrikkelijke rondes
tot ik mezelf knock-out sloeg
met de kleine glaasjes uit mijn moederland
en de hoerige gedachten van langs
mijn vaders kant.
Mij konden ze niet raken want ik was de kleine prins, dacht ik.
Ik genoot met volle teugen mijn onschendbaarheid.
Maar omdat de winter koud kil en akelig was
en ik niet meer wist naar wie of wat ik op zoek ging
verschool ik me achter de littekens op mijn bruine huid.
De vernederingen waren niet te doorgronden,
haar klanken stil, de ziellozen verloren in het verderf.
Zo bleef ik star en vastberaden volhouden
dat ik ging sterven alvorens ik de kans kreeg om van je te houden.
(Gij zwoele duivelin) je toonde eindelijk je ware gelaat.
Ik was maar een gigolo, geboren om in het niets te verdwijnen.
Maar ik had je pijn gedaan, je schreeuwde met gesloten lippen.
De boten lagen onrustig te water en meeuwen vlogen rond.
Het bestaan grensde aan het krankzinnige
en iedereen was stapelgek in die dagen.
Mijn schaduw verstopte zich in de schemering, angstig,
want het kwaad droeg vele namen op die Oostendse pleinen...
esteban 4 december 2020