Zo meedogenloos als de avond zich nestelt in alle zwakke plekken zonder daar enig licht op te werpen en je meevoert naar al waar je liever niet aan terugdenkt, zo mild is de ochtend. Zelfs het koude bed waarin je je in een bolletje oprolde, voelt bij het ontwaken warm en zacht. Behaaglijk en geborgen, de nacht voorbij. Je staat op, doet nog halfslapend iets bovenaan, kijkt om de hoek en ziet hoe levendige kinderogen de dag al in zich hebben. Al druk bezig zijn, vrolijk en altijd klaar om er iets van te maken. De ochtend heeft vaart, al zijn er ook luie ochtenden waarbij het eerste licht de woonkamer al vult als je beneden komt en je na een traag ontbijt wat neerpent bij die laatste kop koffie. Kijkt hoe het schemer langzaam plaats ruimt voor alles wat hoort bij een nieuwe dag. De eerste stralen zon die uitnodigen om daar nog zoveel bij te dromen. In de morgen lijkt er zoveel mogelijk. Alsof de dag nog niet ontdekte zaken in zich draagt en ons oproept om ze zien en uit te pakken.
Al weten we soms niet hoe.