Reeds als baby droomde ik van roem
mijn moeder geloofde in mij, gaf toen
een zoen op mijn neusje, ik lachte als een
engel, maar was eigenlijk 'n kneusje, was
snel koleriek en bang voor alles wat er op
deze wrede planeet zoal gebeurde, ik wilde
verdwijnen, verstopte me achter gordijnen.
Gelukkig was ik redelijk intelligent, werd
de primus van de klas, m'n ouders waren
blij, stuurden mij na woelige jaren Latijn
naar de universiteit van Gent, ik dronk
echter te veel wijn en werd doodziek
moest vertoeven in een soort kliniek.
Maar dan plots begon ik te dichten, ik kon
bij mezelf zo de helse pijnen verlichten!
En nu worden mijn literaire kunsten erkend
en dat is genoeg voor mij, einde experiment!