Iedereen gelukkig zo…
Jij daar aan het tramstation,
ik was klaar om je te ontmoeten,
klaar om jouw wereld te ontdekken.
Ik wilde dat iedereen hetzelfde voelde
maar niemand die er weet van had.
Ik schreef je liefdesbrieven
in de vorm van smakeloze gedichten,
maar jij deed alsof je neus bloedde.
In het ziekenhuis zocht je dan mijn strepen,
maar ik was gehuld in mijn camouflage kleren.
Bij het horen van de rotors keek je naar boven,
maar ik zag je nooit zwaaien, nooit wenen.
Het witte vlees verlichtte als een vuurtoren,
je rode haren verworven tot handboeien,
je bond me aan jouw leven.
Ik werd steeds gekker van je schreeuwende gedachten,
angstzweet op mijn koortsige voorhoofd.
Hier boven de wolken bestaat de god van de liefde niet,
ik moet mezelf geen sprookjes vertellen.
Jouw bleke vel werd mijn landingsplaats,
mijn triestig bestaan schreeuwde om herkenning.
Wilde je me daarom niet zien, daar aan het tramstation?
In mijn zieke geest wilde IK je pijn doen,
want in gedachten bedroog ik je met mijn eigen vrouw.
Waar is het mis gegaan?
Jouw steun en toeverlaat voor zovele jaren
viel van zijn voetstuk, heeft hij je dan soms pijn gedaan?
Huisje, tuintje boompje, kindje hondje echtgenoot
allemaal verdwenen, allemaal verdwenen.
Maar zeg me eens de waarheid, vertel het me heel eerlijk,
ben ik de reden dat jij in de verkeerde richting bent gelopen,
ben jij daarom nu zo alleen, of is het enkel in mijn hoofd
dat ik dacht dat ik jou kon genezen van deze verliefdheid…
esteban 6 maart 2021