Ik lig tegen jouw billen aan met mijn ogen dicht.
Op nog geen meter afstand weet ik jouw gezicht.
Je ogen zijn gesloten en je ademt loom en zwaar.
Je telefoon heb je nog vast.
Geen tijd gehad om 'm weg te leggen,
de slaap was je al voor.
Soms word ik even kort wakker,
voel je lijf en slaap weer door.
De tijd, de droom en alles wat ik slapend zeg.
Morgenochtend is het verdwenen,
spoorloos en voor eeuwig weg.