Oostende…
Op de pier in Oostende, loop je zo in de woeste zee,
drinkt men bier in glazen gevuld met heimwee.
Gaan de jongelui schuilen tussen de balken
die al jaren de storm trotseren met een diepe haat.
Vrijt een man zich tussen de dijen
van een meid die zo troostend kijkt als zijn moeder
maar enkel om zijn centen te verkrijgen.
Haar blik doet meestal diegene zwijgen
die straks weer naar haard en huis toegaat.
Aan het strand van Oostende hoor je vreemdelingen vragen
of ze zich wel in het water kunnen wagen,
want de zee is wild en golft wel meters hoog.
Zie je mensen garnalen pellen bij de viswijven,
zichzelf afvragend of ze nu wel of niet teveel hebben betaald.
Waar Luna vis verkoopt met een gestreken gezicht (alsof ze zelf
dat beest gevangen heeft) aan een chinees met twijfels over
verse kabeljauw uit de noordzee. Maar wie kan het wat schelen,
want in deze onstuimigheid blijven zelfs
de ogen van de meerminnen niet helemaal droog.
In de binnenstad van Oostende hoor je muziek uit alle kroegen,
dansen meisjes op de tonen van een vergeten lied
een zwoele dans om de vissers en matrozen hun leed te verzachten.
Zie je mannen smachten tot hun pijn overgaat in een herinnering
die steeds harder moet zwoegen om eigenlijk te kunnen bestaan.
Want ze huilen op de borst van de waardin die hun platzak berooft
van hun laatste beetje zelfrespect met een woord dat niemand gelooft.
Doch thuis wachten vrouw en kroost en een hond die blaft
waardoor hun kans op vergeving ruikt naar verval en bedrog
en ze in naam van de liefde wachten op de straf die ze moeten ondergaan.
In de haven van Oostende werken venten zich in het zweet,
is het dagelijks een grote bende tussen al dat ondragelijke leed.
Drinken zeelieden zich het heen en weer
tot ze strontzat hun beklag doen keer op keer,
want overzee waakt het meisje van hun dromen
waardoor de hoeren te verwaarlozen zijn.
Hoor je wanhopige illegalen hun verhaal vertellen,
met hun hele hebben en houwen langs de straten dwalen
tot een politiecombi hen met een rotvaart het land uitzet.
In Oostende loop ik verloren tussen een verhaal van vroeger
en de aandacht van een toevallige passant,
een jeugdliefje dat zonder reden mij zomaar zal negeren
en het afscheid dat mij weldra zeer droevig stemt.
Daar in die stad waar het stinkt naar een illuster verleden
is het zeer droevig drinken langs de waterkant.
In dat Oostende, godverdomme, in dat Oostende…
esteban 17 December 2011