Ze zijn onzichtbaar
Ze zijn onbezongen
Ze dragen lasten zo zwaar
Ze geven zichzelf ongedwongen
De een zorgt voor ma
De ander zorgt voor pa
Het eigen weggestopt in een stoffige la
Dat komt pas daarna
Wie bent u meneer
Wie bent u mevrouw
Soms weten ze het weer
En herinneren ze jou
Die momenten die meer en meer verdwijnen
Pijn groeit en groeit
Wanneer je iemand ziet wegkwijnen
Die zo in jouw hart is vergroeid
Water tot voorbij de lippen
Onmenselijke offers worden gebracht
Zij trotseren die wrede klippen
Met ontembare liefdeskracht
Liefde is hun mantel
Die ze van tijd tot tijd beschermt
Want bij hun is het vaarwel
Ondenkbaar zonder dat iemand zich over hen ontfermd
Zij zijn het beste in de mens
En al zien de verzorgden dit soms niet langer
Liefde gaat voorbij elke grens
Troost eindeloos ook al wordt je banger
Het gevecht naar een vaststaand eind
Is slechts voor een enkeling weggelegd
Wanneer de geliefde vervreemd en wegkwijnt
Hou je ondanks de ondraaglijkheid jouw rug recht
En al vullen tranen dan jouw ogen
Wanneer het onvermijdelijke niet langer te vermijden is
Toon jij in jouw mededogen
Jullie liefdes tederste getuigenis
Als je zeggen moet
Het lijden is nu volbracht
Je zegt de vier woorden als laatste groet
Ik hou van jou, rust zacht